Coöperatief leren

Samen werken is een belangrijke vaardigheid.
Om deze vaardigheid te oefenen werken wij op de Mariaschool met coöperatieve werkvormen.
Dit begint al in de kleutergroepen.

Tijdens de werkvormen zijn de kinderen actief met de leerstof bezig. Ze leren met en van elkaar.
De kinderen oefenen belangrijke samenwerkings-vaardigheden zoals elkaar helpen en sturen, overleggen en onderhandelen en elkaar complimenteren.

Coöperatief Leren is een onderwijsleersituatie waarin de leerlingen in kleine groepen op een gestructureerde manier samenwerken aan een leertaak met een gezamenlijk doel. Tijdens dit samenwerken is het (eigen) product niet alleen belangrijk maar ook het leerproces van de groep. Leerlingen leren met elkaar en van elkaar.

Er zijn vier basisprincipes van Coöperatief Leren: 

• Gelijke deelname – Komen alle kinderen evenveel aan de beurt?
•  Individuele aanspreekbaarheid – Ieder lid van het groepje is aanspreekbaar op zijn of haar aandeel 
• Positieve wederzijdse afhankelijkheid – Hoe hebben de leerlingen elkaar nodig? 
• Simultane Actie – Welk deel van de groep is tegelijkertijd waarneembaar actief?

Iedere leerkracht is dagelijks bezig met het voorbereiden van de lessen. Daarbij bedenkt hij/zij ook welke werkvormen op welk moment kunnen worden ingezet. Soms moet er klassikale instructie gegeven worden, soms moet ieder kind apart werken en soms moeten zij in tweetallen of groepen werken. Het Coöperatief Leren brengt structuur aan in de samenwerking tussen kinderen. Een niet onbelangrijk onderdeel is de sociale kant; kinderen werken steeds in wisselende samenstellingen en leren zodoende dat zij niet met iedereen bevriend hoeven te zijn, maar wel met iedereen moeten kunnen samenwerken.